Poweryoga of de “Power” van Yoga?
Swami Veda Bharati
Iedereen heeft het tegenwoordig over ‘poweryoga’ en ‘power-ademen’ en soms zelfs over ‘powermeditatie’. Deze termen roepen het beeld op van een bokser die harde klappen uitdeelt, of van een land dat zijn strijdkrachten versterkt. Maar dit is niet het soort kracht dat meditatiebeoefenaars nastreven.
Toch zeggen de Upanishaden dat atman, het zuivere Zelf, niet kan worden gevonden door iemand die bala of kracht ontbeert. Maar, let wel, hier verwijst ‘kracht’ naar spirituele energie. De Yoga-sutras van Patanjali noemen virya, kracht, vitaliteit, als een van de middelen om samadhi te bereiken. Patanjali geeft vervolgens aan dat virya verkregen wordt door Brahmacharya, het beoefenen van matiging en beheersing van de zintuigen. Deze virya komt echter voort uit shraddha, respectvolle overtuiging en overgave, en is synoniem aan het vermogen van een yogi een hogere staat van bewustzijn aan een leerling over te brengen. Dit is de werkelijke betekenis van ‘poweryoga’.
De ‘kracht’ in yoga heeft betrekking op het vermogen je woede te beteugelen, zoals je een wilde tijger zou temmen. Het is ook de wil om verleiding te weerstaan. Het is de kracht van de Boeddha waarmee hij Angulimala bekeert, de gevreesde struikrover die de vingers van zijn slachtoffers afsneed en ze als een ketting om zijn hals droeg. De Boeddha loopt het rovershol in en zegt: “Kom mee, monnik!” Zo helpt hij de rover van het ene op het andere moment te veranderen in een monnik. Deze volgt dan de Boeddha als een getemde tijger. Dat is ware kracht.
The kracht van yoga is de kracht van ahimsa, waarmee je op alle mogelijke manieren en te allen tijde iedere nijging kunt loslaten alle andere levende wezens te schaden of pijn te doen. Met die kracht in je kun je twee strijdende legers benaderen en tussen hen in gaan staan. Alleen al door de kracht van jouw aanwezigheid kun je hen hun wapens laten neerleggen. Alexander de Grote had tijdens zijn veroveringen velen afgeslacht in de strijd. En toch gaf hij het geweld op na een ontmoeting met monniken die ahimsa predikten.
Dzjengis Khan vestigde een groot wereldrijk louter met geweld. Toen hij wat nu Afghanistan is bereikte, kreeg hij twijfels. Hij begon zich af te vragen wat de bedoeling van zijn leven was en nodigde een Tao-meester uit met hem te komen praten. Door de spirituele energie van de Tao-meester kwam Dzjengis Khan tot de overtuiging dat hij van verdere veroveringen moest afzien en in plaats daarvan een begin moest maken met het op vreedzame wijze consolideren van wat hij al bezat. Er hangt een schilderij waarop deze scene te zien is in een Taoïstische tempel in Beijing.
Het is waar dat de energie die je krijgt uit meditatie je kan helpen een marathonloop te winnen. Maar een echte yogi gebruikt die kracht om te zitten. Zitten vereist altijd nog grotere shakti, meer kracht, dan hardlopen. De ware kracht is het vermogen jezelf in evenwicht te houden.
In de Yoga-sutras worden bepaalde meditatie-oefeningen ‘sthiti-nibandhana’ genoemd, het tot stand brengen van evenwicht, stabiliteit. Voor Abhyasa, of het oefenen van de geest, is een stabiele zithouding nodig (aas in Abhyasa betekent ‘zitten’) en ontspannen concentratie. Tijdens Abhyasa wordt je ademhaling kalmer, dieper en lichter. Samen met manasa japa, of een ‘innerlijke mantra’, onstaat er een onafgebroken stroom van bewustzijn.
Deze niet-aflatende geestesstroom doet kundalini ontwaken, waarmee je alle ontastbare innerlijke werelden en staten van bewustzijn kunt veroveren. Voor degene die zijn innerlijke werelden weet te veroveren zijn veroveringen in de uiterlijke wereld slechts het najagen van luchtspiegelingen, een verspilling van kracht en energie. Hij stopt daar dus mee. Dit vi-rama of volledig ‘loslaten’ is de ‘power’ waar het om gaat. Ons aller streven moet het verwerven zijn van deze krach van zuiverheid.